Sunday 12 January 2014

Cuba. After the jetlag.

Maandag ochtend. Het is nog donker, nat, grauw en grijs, een maandagochtend zoals die alleen kan zijn tijdens een winter in Nedferland. Als ik mijn auto start schalt de muziek uit de luidsprekers en meteen ben ik weer terug in Cuba. De muziek is van een bandje dat speelde in Trinidad.

Het is nog best vroeg, de meeste toeristen slapen uit. Ik zit op een bankje op een klein pleintje en kijk hoe de stad ontwaakt. Op een van de bankjes zit een wat oudere man de krant te lezen, een andere man met een gitaar gaat bij hem zitten en ze praten wat, dan schuift er nog iemand aan en dan wordt het mij duidelijk dat de bank het verzazmelpunt is van een bandje. Uit de kerk tegenover het plein worden krukjes gehaald, alles wordt is stelling gebracht en dan gaan ze los. Chan Chan is het eerste nummer. En ik bekijk het van een afstandje, verwonder me weer over hoe makkelijk hier alles gaa, zo af en toe een foto makend. De gitarist van de band loopt op me af. Vraagt me of ik de muziek leuk vind en vraagt welk nummer ik wil horen. Ik zie de gezichten van de mensen op het plein verbaasd kijken als het volgende nummer aangekondigd wordt: "La siguiente canción es para una dama muy agradable que disfruta de nuestra música" en wijst vervolgens mijn richting uit. Ik bloos en glimlach vriendelijk wetend dat mijn rode haar en mijn camera ervoor zorgen dat ik vooral even niet in de menigte op kan gaan. Maar het heeft ook voordelen. Ik heb gister Trinidad verkend. Rondgelopen, rondgekeken, me de stad eigen makend. Nu opniew rondlopen en op weg naar die plekken die ik nog een keer wilde zien. De mensen groeten me vriendelijk, maken dat ik me op me gemak voel, geen toerist meer ben.

Op sommige plekken voelde ik Cuba door mijn aderen stromen. Ook hier in Trinidad en de afgelopen dagen in Cienfuegos. Voor ik naar Trinidad reed, reed ik in Cienfuegos langs mijn favoriete terras. Nog voor ik kon gaan zitten werd er al gevraagd of ik een cafe con leche wil. De overduidelijke toeristen aan het tafeltje naast me die nog moeten bestellen kijken me verbaasd aan. En ik glimlach en geniet. Cienfuegos was ook duidelijk zo'n plek waar ik me thuisvoelde. Hoewel dat maatpak wel wat aanpassingen nodig had. Het duurde even. Ook in Cienfuegos speelt het leven zich af op straat, maar anders dan in Havana. Ik weet niet goed te omschrijven hoe anders. Misschien minder volks. En daar zullen de relatief goed onderhouden straten en huizen ook wel een rol in spelen. Ik heb er wel mixed feelings over. De huizen hebben geen ramen maar tralies en luiken voor de ramen. Veel oudere mensen zien letterlijk achter de tralies het leven aan zich voorbij gaan. Opgesloten in hun eigen huis, binnen en buiten. De uien en knoflook verkopers verkopen luidkeels hun waar: Cebollas, Cebollas! En met strengen uien en knoflook om hun lichaam lopen ze de huizen langs. Een oude vrouw bedelt, een kleurig heiligen beeld kijkt stilletjes door een kier in de openstaande deur toe hoe een man met een gitaar over zijn schouder de straat oversteekt. En dat is maar een greep van hoe het leven er hier uitziet. Denk daar nog salsa muziek bij en mannen die op straat aandachtig en fanatiek domino spelen aan een wankel tafeltje. Dan heb je een idee. Alleen maar een idee... want je vergeet dan naast de voorliefde voor muziek ook de voorliefde van de Cubanan voor ijs. Waar je ook bent, waar je ook kijkt er is altijd iemand ijs aan het eten. Jong, oud, dik, dun, rijk, arm. Ijs lijkt een van de eerste levensbehoeften te zijn, het tijdstip maakt niet uit. En als ik dan nog even het terras van Palatino aan doe schalt Hotel California uit de luidsprekers. Tijd om te mijmeren...

En te mijmeren dat doe doe ik ook op een punt zo'n 15 km buiten Trinidad. Een uitzicht punt waar er geen einde aan het uitzicht lijkt te komen, simpelweg omdat de zee en de lucht naadloos in elkaar overlopen. En daar overpeins ik het afgelopen jaar...

Cuba was een mooi avontuur. Een bijzonder land waar ik me opnieuw thuisvoelde!








Friday 3 January 2014

Afscheid nemen

Wegrijden uit Havana vervult me een beetje met weemoed. Havana paste me al bij de eerste voet op Cubaanse bodem als een goedgesneden maatpak. Ik voelde me thuis. Voelde me er als een vis in het water. De mensen. De atmosfeer. De salsa. De muziek. De oude auto’s. De flirts. De temperatuur. Havana is een stad waar ik mijn draai niet hoefde te vinden. De match was er gewoon. De relaxedheid. De grote hoeveelheid terrasjes met live bandjes. Aardige mensen. Openheid.

De huurauto heeft zijn beste tijd gehad. Een oud beestje vol deuken, roest en ruim een ton op de teller. Het heeft een voordeel, ik zie er met deze auto niet uit als een rijke toerist! Maar de auto heeft helaas meer na- dan voordelen. De koppeling werkt niet echt goed en het gas hapert zo af en toe. 80 is het maximum. Niet echt veilig. Als ik in Pinar del Rio langs het kantoortje van de verhuurmaatschappij rijd weet ik het wel. Stap naar binnen en klaag. En geen probleem. Ik krijg iemand mee die me naar de garage brengt, de auto wordt gefixed en ik kan weer op pad. Dacht ik… Want als ik halverwege Vinales ben, inhaal en gas wil geven zegt de auto HO en stopt er mee. Ik besluit om te draaien en weer gewoon naar de garage te gaan om verder te klagen. Kom hortend en stotend daar aan. En daar krijg ik te horen dat de auto niet meer gemaakt kan worden. En een andere auto is er pas vanaf een uur of 5. Dat betekent dat ik nog 2 minimaal twee uur vast zit in een stadje waar even niets te doen is… Na dik twee uur wachten zitten de tranen hoog. Het is bijna vijf uur, begint donker te worden en ik moet nog maar in Vinales zien te komen. De man van het kantoortje weet het ook niet meer en besluit me een luxe auto mee te geven, die dan wel dinsdag, als ik richting Sorao gaat weer terug moet. En zo kom ik bekaf en hongerig aan bij de casa waar ik slaap.

En dan een dag later hier, aan het einde van de dag op een plek met een naam vol hoop, Puerta Eperanza. En word ik uitgenodigd door een vrouw om koffie te komen drinken. Waarom? Ze is jaloers op mijn rode haar! En zo zit ik nog geen twee minuten later aan tafel met 4 generaties vrouwen. Oma, mama, dochters en kleindochter. Gewoon aan de koffie. Vrouwenpraat. Over hun. Over mij. Over eten. Over makeup. Over het leven. En er niets voor terug willen hebben anders dan mijn gezelschap. Als ik even naar buiten loopt wordt ik aangesproken door een man die met zijn vechthanen wil laten zien. Maar ze mogen niet op de foto! En ondertussen doet hij me een aanzoek. Zo makkelijk gaat dat hier. Net zo makkelijk als het accepteren van een nee. Ik lach en verwonder me weer. Verwonder me over het hoge testosteron gehalte van de mannen, die kusgeluiden maken als je langsrijdt. Vanaf de kant van de weg roepen dat ze van je houden of simpelweg Beso!
Ik verwonder me over de schoonheid van het landschap. De openheid van de mensen. De oprechte spontaniteit. En ja, ik zal dit gebied missen, samen met Havana. Maar meer nog zal ik Puerta Esperanza missen. Simpelweg omdat wat er gebeurde zo bijzonder was. Mijn nieuwe vriendinnen. Disfruta!

De lucht is bezaaid met sterren. De zee ruist zacht en slaat kleine golven stuk in de branding. De wind is koel en warm tegelijk. Een welkome afwisseling met de brandende zon van vanmiddag. Het hotel dat ik hier geboekt heb heb ik gelaten voor wat het was. Voelde me er niet thuis. Onpersoonlijk. Niet de plek waar ik op dat moment wilde zijn. Heb een casa particular aan het strand. De sfeer is open en intiem tegelijk. Een klein terrasje achter het huis grenst aan het strand. Voeten in het zand en schommelen op de schommelstoel.

De dag begint in de zon
Buiten
Terwijl de wind
De spiegel
Van het water doorbreekt
En samen met de zon zorgt
voor een warme omhelzing

En opnieuw doet afscheid nemen pijn. Dit was de plek waar ik wilde zijn. Deze plek was voor twee dagen meer dan mijn huis. Plezierig gezelschap. Salsa pasjes na het eten. Ontbijten bij de opgaande zon terwijl het leven langs het strand langzaam op gang komt. Alleen het geluid van de branding, het ruisen van de wind en flarden salsa klanken doorbreken de stilte van de ochtend.